Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

 

Artikel 1
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a
verzekeraar: een verzekeringsonderneming als bedoeld in richtlijn nr. 73/239/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juli 1973 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringbranche en de uitoefening daarvan (PbEG L 228);
b
zorgverzekeraar: een zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet, die zich overeenkomstig artikel 33 als zodanig heeft aangemeld voor de uitvoering van deze wet;
c
sociaal-fiscaalnummer: het nummer, bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel j, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;
d
instelling:
1
een instelling in de zin van de Wet toelating zorginstellingen;
2
een in het buitenland gevestigde rechtspersoon die in het desbetreffende land zorg verleent in het kader van het in dat land geldende socialezekerheidsstelsel, dan wel zich richt op het verlenen van zorg aan specifieke groepen van publieke functionarissen;
e
Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
f
College zorgverzekeringen: het College voor zorgverzekeringen, genoemd in artikel 58, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet;
g
zorgautoriteit: de zorgautoriteit, bedoeld in de Wet marktordening gezondheidszorg;
h
Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten: het fonds, genoemd in artikel 89 van de Wet financiering sociale verzekeringen;
i
zorgaanbieder: een instelling of persoon die zorg als bedoeld in artikel 6 verleent;
j
lichamen: rechtspersonen, maat- en vennootschappen, samenwerkingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid die met verenigingen maatschappelijk gelijk kunnen worden gesteld, ondernemingen van publiekrechtelijke rechtspersonen en doelvermogens;
k
vreemdeling: een vreemdeling als bedoeld in de Vreemdelingenwet 2000;
l
burgerservicenummer: het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.
2
Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met:
a
echtgenoot: geregistreerde partner;
b
echtgenoten: geregistreerde partners;
c
gehuwd: als partner geregistreerd;
d
gehuwde: als partner geregistreerde.
3
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt:
a
als gehuwd of als echtgenoot mede aangemerkt de ongehuwde meerderjarige die met een andere ongehuwde meerderjarige een gezamenlijke huishouding voert, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad;
b
als ongehuwd mede aangemerkt degene die duurzaam gescheiden leeft van de persoon met wie hij gehuwd is.
4
Van een gezamenlijke huishouding is sprake indien twee personen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en zij blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins.
5
Een gezamenlijke huishouding wordt in ieder geval aanwezig geacht indien de betrokkenen hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en:
a
zij met elkaar gehuwd zijn geweest of eerder voor de toepassing van deze wet daarmee gelijk zijn gesteld;
b
uit hun relatie een kind is geboren of erkenning heeft plaatsgevonden van een kind van de een door de ander;
c
zij zich wederzijds verplicht hebben tot een bijdrage aan de huishouding krachtens een geldend samenlevingscontract; of
d
zij op grond van een registratie worden aangemerkt als een gezamenlijke huishouding die naar aard en strekking overeenkomt met de gezamenlijke huishouding, bedoeld in het vierde lid.
6
Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld welke registraties, en gedurende welk tijdvak, in aanmerking worden genomen voor de toepassing van het vijfde lid, onderdeel d.
7
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ten aanzien van hetgeen wordt verstaan onder het blijk geven zorg te dragen voor een ander, zoals bedoeld in het vierde lid.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN BA0205, Voorlopige voorziening+bodemzaak, 06/6758 AOW, 06/6756 AOW, 06/6770 AWBZ, 06/4782 AWBZ
    Rechtsoort
    Sociale zekerheid
    Datum uitspraak
    07-03-2007
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Voorlopige voorziening+bodemzaak
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Centrale Raad van Beroep
    Niet tijdig bezwaar tegen vaststelling lage eigen bijdrage AWBZ. Hoge eigen bijdrage AWBZ. Inhouding eigen bijdragen op AOW-pensioen. Geen grond voor treffen voorlopige voorziening. Kortsluiting.
  •